De wormenfarm
Wormen zijn een onmisbaar onderdeel van het ecosysteem van de tuin. Zij zetten organisch materiaal om in stoffen die meteen opneembaar zijn voor de planten. Ook zijn zij onmisbaar voor een goede waterhuishouding, doordat zij de bodem door hun gangenstelsel verluchtigen.
Wormen kunnen echter nog doeltreffender worden gebruikt in de biologische tuin. In de biotuin Charlois zijn er op dit moment 4 wormentorens geinstalleerd. De bedoeling is dit later uit te breiden tot een grote composteer silo.
Niet alle wormen zijn geschikt voor gebruik in de wormenbak. Er zijn snelle en langzame composteerders onder de soorten. De gewone regenworm zal zijn uiterste best doen de wormenbak te verlaten. Lukt dit niet dan zullen ze in de wormenbak niet lang overleven. De rode compostworm en de tijgerworm (Eisenia fetida) zijn het meest geschikt. Je vindt ze in compost- of mesthopen. Je kunt ze ook kopen via internet. De makkelijkste manier is natuurlijk om wat wormen op te halen bij een collega-composteerder. Dit laatste hebben wij gedaan.
Wormen kunnen niet meteen organisch materiaal omzetten. Een voorverteringsproces door micro-organismen gaat hieraan vooraf. Bij het opzetten van de bak is het daarom beter om het materiaal enige tijd in de bak te doen voordat de wormen er worden bijgezet. Wormen zijn niet kieskeurig. Vrijwel elk materiaal wordt omgezet. Het resultaat is wormenpercolaat (wormenpies) en wormencompost. het percolaat kan, nadat het 1:10 is verdund, gebruikt worden om de planten te bemesten. Het is een zeer complete meststof en overdosering/verbranding is vrijwel uitgesloten, mits verdund. Het compost kan, nadat de wormen er zijn uitgehaald gebruikt worden om de bodem te verbeteren. Er zijn een paar vuistregels die het opzetten van een goede bak vergemakkelijken:
- De plek is belangrijk. Zet de bak op een beschaduwde plaats
- Gebruik alleen ongekookt materiaal.
- (Paarden) mest wordt zeer door de wormen op prijs gesteld
- Ook koffiedik en theebladeren worden goed gecomposteerd
- Citrusvruchten mogen slechts met mate worden gebruikt en het liefst helemaal niet
- Eierschillen brengen kalk in het systeem en helpen om de zuurtegraad optimaal te houden
- Het planten materiaal moet kleiner gemaakt worden voordat ze aan de bak wordt toegevoegd
- Zorg er voor dat er een goede mix is van nat en droog materiaal, een te natte bak zal gaan rotten en in een te droog substraat gaat de omzetting traag of stopt helemaal
Dan nu iets over de composteer containers of emmers. Het meest simpele systeem bestaat uit een aantal groot formaat emmers. De onderste emmer heeft een dichte bodem en is voorzien van een kraantje om het percolaat af te tappen. Op de bodem van deze emmer plaats je een bloempotje waarop de tweede bak rust. Doe je dit niet dan zal de onderste emmer vollopen en zullen de wormen uiteindelijk verdrinken. De tweede emmer is voorzien van gaatjes. Het percolaat kan hierdoor sijpelen. Deze gaatjes mogen niet te groot zijn, omdat anders de wormen hierdoor kunnen kruipen en verdrinken in het percolaat. In dit tweede vat vindt de compostering plaats. Men begint met een klein laagje karton dat in snippers is gescheurd. Hier overheen wordt composteerbaar in stukjes gesneden materiaal gestrooid. Probeer hier zo veel mogelijk afwisseling in aan te brengen. Dus niet de hele bak vullen met eenzelfde soort materiaal. Probeer het ook luchtig te houden. In de beginfase doen micro-organismen hun werk. Zij zullen beginnen met het materiaal af te breken in een voor de wormen geschikt substraat. Na een week of twee gaan de wormen er bij. Laat de toren de eerste tijd ongemoeid. ga niet woelen of kijken of de wormen nog in leven zijn maar wees geduldig. Als de wormenbak is "aangeslagen" dan zal dit zichtbaar zijn doordat percolaat zich in de onderste emmer begint te verzamelen. Zorg ervoor dat nu de farm aan de gang gehouden wordt door telkens een gevarieerde hoeveelheid materiaal aan het composteervat toe te voegen. Als het geheel in evenwicht is kan per week in een kleine unit wel 2 kg materiaal worden omgezet. Als het composteren reukloos verloopt dan is dat een goed teken. Je kan last krijgen van andere insecten in of in de nabijheid van het composteervat. Fruitvliegjes komen bijna altijd voor. Het composteren komt hierdoor echter niet in gevaar. Als het niet goed gaat in de bak, kan men dit meestal zien omdat wormen de bak willen verlaten. Ze kruipen dan tegen de wand op om te ontsnappen. Er kunnen een aantal oorzaken zijn:
- De bak is te warm
- Het percolaat wordt niet op tijd afgetapt waardoor het in de bovenste bak stijgt
- Het substraat is te zuur
- Het substraat is te nat of te droog
- De composteer laag is te compact geworden
Vaak kan met dit verhelpen door wat met de materialen te spelen. Een te natte bak kan met goed krijgen door gesnipperd karton of materialen die minder vocht bevatten te strooien. Bij te veel zuurvorming kan een kalkgift of gekneusde eierschalen het evenwicht herstellen. Mocht dit geen oplossing zijn, haal dan de bak leeg en scheidt de wormen en het materiaal en begin weer van voren af aan.
Commerciële wormentoren
zo veel mogelijk variëteit in materialen
percolaat in de onderste container